De esthetische tandheelkunde heeft door het werk van een groep uiterst bevlogen tandartsen en tandtechnici een vaste plek binnen het werkterrein van de algemeen practicus ver-overd. De namen van Pascal en Michel Magne, Galip Gürel en Willi Geller worden, naast die van anderen, daarbij door velen genoemd. Deze vakbroeders hebben de ontwikkeling van het denken over schoonheid en kwaliteit vormgegeven en van iedere tandarts mag tegenwoordig worden verwacht dat hij of zij met enig gevoel voor esthetiek het vak beoefent. De natuur bepaalt het kader en de tandarts (vaak samen met de tandtechnicus) de mogelijkheden. Het natuurlijke gebit op een zo natuurlijk mogelijke wijze in stand houden is het doel van de ware esthetisch ingestelde tandarts en het gaat daarbij al lang niet meer om gewoonweg ‘bling bling’- of ‘witter-dan-wit’- tandheelkunde. In alle facetten van de restauratieve tandheelkunde speelt dit streven naar natuurlijk ogende, en dus mooie restauraties een rol. Belangrijk is het om een echt goede onzichtbare vestibulaire composietrestauratie te kunnen (en willen) maken. Belangrijk is het om goed minimaal invasieve behandelingen
uit te kunnen voeren, zoals het vervaardigen van perfecte facings en inlays. Belangrijk is het om materiaalkennis te hebben en de modernste technieken te beheersen. door Thijs Risseeuw